Brief 10 aan Vincent van Gogh
4 juli 2023
Op 16-06-2023 schreef ik -als artist in residency in Studio ZOOkeeper - mijn tiende brief als antwoord op de 23 brieven die Vincent van Gogh schreef in 1883 in Drenthe.
Beste Vincent,
Of ik wist waar de houten olifanten staan. Plotseling stond een familie in de deuropening van mijn atelier in het voormalige dierenpark. “Ja, die zijn ooit in een optocht meegedragen en het lijkt me zo leuk voor in mijn tuin.” , zei de vrouw van het drietal. Ik legde uit dat ik mijn hoedanigheid van artist in residency niets van olifanten weet, maar wel over jou. Toevalligerwijs had de vrouw een prijs gekregen voor de mooiste etalage met jou “van Gogh” als thema. Ik vroeg haar wat voor zaak ze had. “Lingerie”. Kun jij je daar iets bij voorstellen, Vincent? De oudste man die erbij was, bleek haar vader die de zoon van een binnenvaartschipper was geweest en gestopt was met varen. “Ja, je kon ook niet zwemmen, he.”, zei de lingeriedochter. Als kleine jongen van 3,4 jaar oud viel hij in het water waar de wc op uit kwam. Maar ook als baby in de wieg viel hij samen met zijn zusje in het water. Zijn zus werd uit het water gevist, maar hij ging met wieg en al onder het schip door en kwam aan de andere kant weer tevoorschijn.
“…..eeuwig lange vaart in de trekschuit door de heide” schreef je op 3 oktober 1883. Je reisde per trekschuit 6 uur over de Hoogeveensevaart naar Nieuw-Amsterdam/Veenoord en maakte onderweg tekeningen van de medepassagiers.
“Overal stapels turf en telkens vaart men schuiten met turf of lisch uit de moerassen voorbij.” Vandaag had ik afgesproken met Albert Wolting, voorzitter van de Drentse praam die in Hoogeveen een scheepvaartmuseum wil realiseren. In de 17e en de 18e eeuw was Hoogeveen een schippersplaats waar honderden schippers woonden en 11 scheepswerven waren gevestigd waarvan niks is overgebleven. We hadden afgesproken bij de sluis in de Hoogeveensevaart in Noordschenschut. Daar kwam hij met een paar vrijwilligers aan met een gerestaureerd zandaakje uit 1908. De schipper in die tijd baggerde zelf met een lange stok via een beugel met zak eraan, 400 keer een haal zand, zijn schip vol om het te verkopen. Albert wilde eigenlijk schipper worden, maar dat mocht niet van zijn ouders. Hij raakte bevriend met schippersfamilies die hem veel leerden over de geschiedenis waardoor hij van alles is gaan verzamelen over Hoogeveense schippers en schepen dat te zien is in de exporuimte naast zijn huis waar hij ook lezingen geeft.
Albert trok zijn historische kledij aan en op klompen is hij de zandaak gaan trekken/jagen zoals dat in jouw tijd normaal was. Tegenwoordig is alles gemotoriseerd en wordt dat jagen een re-enactment, een performance. Bert en Marijke kwamen ook even kijken. Zij noemen zich ’T Veenvolk’, een levende geschiedenis duo. Naast dat er van Gogh-vaar-wandel en fietstochten georganiseerd worden gaan zij in dat kader de geschiedenis uitbeelden van 1883. Het fascineert me dat in deze tijd groepen mensen zijn die het fijn vinden om in historische kostuums zich in het verleden te wanen. Het is een fantasiewereld die er geweest had kunnen zijn, gebaseerd op een (eigen gemaakte) geschiedenis.
Ik bedenk me dat het schrijven aan jou naar het verleden ik tegelijk jouw toekomst voorspel. Terugkijkend is er overzicht en kan er inzicht ontstaan. Maar op het moment zelf, in het heden kan alles zo troebel lijken. Als kunstenaar die autonoom werk maakt, die de opdracht van uit zijn innerlijke noodzaak haalt, komen er onherroepelijk vragen over zingeving. Over de niet vanzelfsprekendheid van het leven, van kunst. En misschien ontstaat er dan ook ruimte voor die melancholie die jouw van tijd tot tijd parten speelt. 3 okt: “..dat door te zorgen ik in het werk verdiept raak en mijzelf verlies om zoo te zeggen, mijn stemming zou veranderen..”
Turfschuit geschilderd door Vincent van Gogh te zien in het Drents Museum in Assen
Schetsen door Vincent van Gogh tijdens zijn vaartocht op een trekschuit van Hoogeveen naar Nieuw-Amsterdam