Brief 12 aan Vincent van Gogh
10 juli 2023
23-06-2023,
Beste Vincent,
“Maar ik zeg niet ik absoluut in Drenthe moet zijn, waar ik ben doet er niet het meeste toe.”
Zeg je -in je lange brief van 12 oktober- daarmee dat de constante; jijzelf of het schilderen er het meeste toe doen en de rest bijzaak is? Een verandering van decor, van omstandigheden? Toch, door het vertrouwde te verlaten en in een nieuwe omgeving te stappen worden de zintuigen meer op scherp gezet en kan je jezelf misschien ook wel vernieuwen of als nieuw voelen.
Voor mij is de plek van waaruit ik nu werk ,het voormalige dierenpark, een gegeven feit. Ik kan me niet herinneren dat ik hier in het verleden ooit ben geweest. Maar voor heel veel parkbezoekers is dit een herinnerplek. Doordat de plek van oorspronkelijke functie is ontdaan, is het nu in een staat van tussentijd. Ik hoor veel mensen herinneringen ophalen van waar welke dieren waren. Zij kijken door het zichtbare heen naar hun eigen geschiedenis van de plek. Philip Peters, kunsthistoricus waarmee ik mijn boek In Tussentijd (2014) heb gemaakt, schreef in deze context: “Wij voelen ons thuis in tussentijd, in dat ongrijpbare moment tussen tijd en plaats dat als het ware een parallel universum vormt dat naast en dwars door het alledaagse heen bestaat. Tussentijd is bij uitstek de plek van de kunst, de thuisbasis van de verbeelding, in beide betekenissen van het woord.”
Het park wordt op dit moment letterlijk getransformeerd in een verbeeldingsplek met de naam ‘Fable and Fantasy”. Dit weekend zal het park rijkelijk gevuld zijn met verklede mensen die het leuk vinden zich te verkleden als een fantasiewezen. Bert en Marijke, je weet wel ’T Veenvolk, het levende geschiedenis duo dat tijdens jouw van Goghvaartocht in kleding vanuit jouw tijd een performance zal gaan doen, hadden even overwogen naar dit festival te gaan. Zij hebben gisteren voor mij geposeerd. Er gebeurde iets met ze toen zij hun historische kleding aantrokken. Ze kregen tijdens het poseren een zekere kalmte over zich, gaven zich over aan mijn blik. Het leek alsof zij meer met zichzelf samen vielen.
16 oktober: “ge hebt u niet vergist in het verleden, neen gegeven het verleden moest ge zijn zoo als ge waart. Dat verleden is regt.” Het verleden ís. We interpreteren, kleuren het verleden in om het heden te snappen. Het verleden, ons toegeëigende verleden is rekbaar en kan daardoor ruimte en vrijheid geven voor het nu en misschien ook wel inspiratie voor de toekomst. Ik herken jouw behoefte om het gewone leven met jouw schilderen te verbinden: “als schilder een mensch onder de menschen”, vanuit mijn familiegeschiedenis in de groentewinkel waar ik in opgroeide en waar de hele wereld boodschappen kwam doen en verhalen deelde. Eten en drinken vanuit een zelfde behoefte als het maken en consumeren van kunst. Hoewel maken van kunst bestaat mijns inziens niet; kunst ontstaat op onbewaakte momenten van opperste concentratie en samenvallen met het moment. Als je er zelf even niet bij bent. En dat is verslavend, steeds weer op zoek te zijn naar die momenten van ontroering waarop ik merk dat ‘het’ gebeurt en dan is het alweer voorbij.
Het Veenvolk