Brief 16 aan Vincent van Gogh
11 juli 2023
Op 06-07-2023 schreef ik -als artist in residency in Studio ZOOkeeper - mijn zestiende brief als antwoord op de 23 brieven die Vincent van Gogh schreef in 1883 in Drenthe.
Beste Vincent,
Ik raakte een beetje in verwarring toen de koffietafel gevuld was omdat ik in de meeste gevallen het verschil tussen bewoner en personeel niet zag. Dat vonden ze wel leuk, merkte ik, toen ik het maar uitsprak. Het was misschien ook wel een beetje de bedoeling. Ik stelde mezelf voor als Monique aan Monique. Een bijzondere Hindoestaanse verschijning. Na wat aftasten bleek zij een bewoonster van de Breehof, een opvanglocatie van het Leger des Heils in Nieuw-Amsterdam. (De destijds chique villa waar jij in 1883 aan voorbij liep op zoek naar plaggenhutten waar de gewone landarbeiders woonden.) Ze nam me mee naar haar kamer en liet haar schilderijen zien. Monique ’s moeder is in Suriname na haar geboorte overleden en ze werd geadopteerd door een artsenechtpaar die haar mijn/haar naam gaf en haar mee naar Nederland nam. Haar eerste naam kent ze niet. Werkzaam in de psychiatrie kreeg ze een psychose waarna ze vervolgens niet meer daar mocht werken. Ze werd depressief en werd later gediagnosticeerd als schizofreen. Door cocaïne te gebruiken verdwijnen de stemmen in haar hoofd. Als ze alleen is komen ze weer. Ik mag haar portretteren en haar verhaal hier opschrijven. Monique ontmoet Monique.
Ik moet denken aan een ‘Zaal zes’ een verhaal van Tsjechov dat gepubliceerd wordt twee jaar na jouw overlijden. Het gaat over een psychiater die werkzaam is in zaal 6 in een psychiatrisch ziekenhuis. Met een patiënt op deze zaal krijgt hij filosofische gesprekken op niveau die hij mist in contact met andere ‘gewone’ mensen. Uiteindelijk belandt hij zelf in zaal zes.
Ik ging op zoek naar Mini die zo klein is als haar naam, want met haar had ik ook een mooi gesprek gedurende de koffie. Ze was aan het borduren. Een kadootje voor haar zoon. Jakob schildert, Groninger. Trots laat hij zijn schilderijen zien waar voornamelijk schepen op staan, water, bevroren water, mensjes. In zijn studio veel maquettes van schepen, de tv staat aan. Hij heeft COPD, er was iets met zijn hart. Ik versta zijn taal slecht.
Opruimen in het atelier. Een journalist en Bert Finke mijn gids in jouw van Gogh land gaan komen. Ik word zenuwachtig van journalisten. Het haalt mij uit mijn concentratie, uit mijn bubbel waar ik in met jou hier vertoef. Er komen onverwachte vragen die me op afstand naar mijn werk laten kijken. Ik hoor mezelf praten, voel me prettiger als ik vragen stel.
“…dat iemand die behoefte aan doordenken heeft niet praktisch is en onder de droomers slechts hoort (…) stootte ik dikwijls mijn hoofd juist door het niet genoeg voor mezelf te houden”
De lijn van ‘doordenken’ van de 1 kan een andere zijn van de ander. Als je op dezelfde golf zit dan gebeurt er iets. Maar dat is zeldzaam. Jouw intuïtie bracht je verder -vooruitlopend in de tijd- in jouw (door-)denken en handelen. We begrijpen nu meer van jouw werk en leven dan in 1883. Of maken we onszelf dat wijs. Zouden we je nu herkennen als groot kunstenaar?
Jouw brief van 11 nov gaat over jou als denker versus jouw broer. Maar jij pleit vooral ook voor het doen, in ieder geval om dat denken en doen met elkaar te verenigen. Het handelen geeft richting aan ons denken. Denken alleen kan ervoor zorgen dat gedachten blijven cirkelen.
“Drenthe is zoo mooi, zoo zeer pakt het me algeheel in en voldoet mij absoluut dat ik, indien ik niet voor altijd hier kon zijn, ik liever het maar niet gezien had.”Drenthe is zoo mooi, dat vind ik ook. Ik zie ook dat de tijdelijkheid van mijn verblijf juist betekenis geeft aan mijn tijd hier terwijl jij me helpt doordenken. Mijn laatste weken gaan in.
Monique 's stilleven
Jakop 's schepen