Brief 4 aan Vincent van Gogh

22 mei 2023

Op 18-05-2023 schreef ik -als artist in residency in Studio ZOOkeeper - mijn vierde brief als antwoord op de 23 brieven die Vincent van Gogh schreef in 1883 in Drenthe.

Beste Vincent,

In jouw brief van 22 september vanuit Hoogeveen (ik spring een beetje in data in reactie op jouw brieven en dat kan op de plek in de tijdszone waarin ik me begeef) schrijf je dat je enige tegenspoed hebt met modellen. Er werd over gelachen, je werd voor de gek gehouden en je kon jouw figuurstudies niet afkrijgen door onwil van de modellen. In mijn tijd gaat het er anders aan toe. In de openbare toilet van het Rensenpark kwam ik een heel bijzondere verschijning tegen; een soort hedendaagse reïncarnatie van een geisha die jij ooit geschilderd zou kunnen hebben in 1887. Ik had over Wishnu gehoord. Hij werkt als vrijwilliger in het Tibetaanse museum dat hier gevestigd is als vrijwilliger. Het museum is gevuld met hedendaagse Tibetaanse kunst gemaakt door een lama die een variatie op jouw amandelbloesemtak uit 1890 heeft geschilderd. Wishnu zal met dat werk als decor een performance gaan uitvoeren. Ik nodigde hem uit in mijn atelier om hem te interviewen op film en ik ben begonnen hem te portretteren. Hij is slechts 17 jaren oud en durft zijn anders zijn dagelijks te laten zien in de schmink en sprookjesachtige kleding die hij aantrekt. Het androgyne is vanuit het hindoeïsme waarin hij is opgevoed niet ongewoon en wordt geaccepteerd door zijn familie. En hoewel het er in deze tijd anders aan toe gaat in Drenthe dan in die tijd van jou, is het best moedig om hier zo over straat te gaan. Wishnu toonde zich vereerd dat ik hem wil portretteren. Hij hoeft er niet eindeloos voor stil te zitten want ik maak foto’s die ik gebruik als schets voor mijn portretten. Ik bedacht me dat deze brief ook over tijd zou moeten gaan en wonderlijk genoeg vind ik in mijn laatste zin de ingang naar dit onderwerp. Want er gebeurt uiteraard iets anders als je een model schildert naar de waarneming. Maar dat is niet waar ik naar op zoek ben. Wat dat wel is hier op deze plek, is me nog niet duidelijk en dat maakt ook kwetsbaar. Zeker ook omdat iedereen kan meekijken en lezen van wat ik hier aan het doen ben. Mijn brieven doe ik niet in een enveloppe met een postzegel gericht aan 1 enkel persoon dat dan dagen later aankomt. Nee, ik post mijn brieven aan een onbekende groep mensen op het wereld wijde web en schrijf ze handmatig uit op grote formaten papier in het gastatelier. Het feit dat de datum van schrijven en posten niet samenvalt geeft me een ongemakkelijk gevoel, alsof ik te laat ben. 12 oktober in Nieuw-Amsterdam schrijf je: “..de zaken gaan zoo gehaast dat er weinig wordt nagedacht, weinig wordt gevraagd of geredeneerd.” “Daar moet ik over nadenken” hoor ik dan Jan de Bie zeggen, een mooie kunstenaar en mens uit Den Bosch die niet lang geleden is overleden. Het tempo lijkt hier lager te liggen dan in de randstad (nog steeds) omdat het landschap leger is, maar het wereldwijde nieuws wordt iedere dag over de mensen uitgestort via allerlei nieuwe mediakanalen die in jouw tijd niet bestonden. En iedereen vind er iets van. De uitspraak van Jan de Bie vind ik mooi omdat die de zaak vertraagt. Ik weet het heel vaak niet.