Brief 5 aan Vincent van Gogh
22 mei 2023
Op 19-05-2023 schreef ik -als artist in residency in Studio ZOOkeeper - mijn vijfde brief als antwoord op de 23 brieven die Vincent van Gogh schreef in 1883 in Drenthe.
Beste Vincent,
`Wat willen wij allen stellen tegenover het noodlot? Allen, allen zonder onderscheid bedaard werken, kalmte..’ en nog meer schreef je op de dag van 12 oktober in Nieuw-Amsterdam. Soms vang ik flarden op van gesprekken in het park waar ik verblijf. “Mamma, kan een hart echt breken?” hoorde ik een kind vragen. “Zijn moeder zit in een hospice, aldus een oude vrouw op een bankje tegen een andere vrouw met een man met een beperking ertussenin. Kalmte en zenuwen; die woorden lees ik vaker terug in jouw brieven. Aanwezig zijn en afleiding. Zoals gedoe met geld. Je verlangt ernaar samen met jouw broer te zijn, zodat je je aan hem kunt scherpen, productiever zult zijn. En minder eenzaam ook denk ik zo. We hebben een eenzaam vak. En het is nooit zeker of er geld uit gaat komen. Ons werk is niet per definitie gebonden aan een ‘verdienmodel’. We doen het omdat het om de 1 of andere reden moet gebeuren terwijl er niemand om vraagt. Tegelijk..ging ik ook anders naar jou kijken toen ik Sieta, vrijwilliger van het van Goghhuis in Nieuw-A’dam ontmoette. Dat is het logement waar jij hebt gelogeerd met uitzicht op de Hoogeveense vaart en die ophaalbrug die jij geschilderd hebt.( Ik heb over dezelfde houten vloer gelopen als waar jij overheen liep, de kast zien staan die jij gezien hebt, jouw nagebouwde kamer met kopieën van jouw tekeningen) Sieta vertelde dat een eenvoudige arbeider 60 cent per dag verdiende. Jij betaalde 1 gulden per nacht voor het overnachten in een logement. Jij kon de veenarbeiders buiten gaan zitten schilderen en tekenen terwijl zij zware fysieke arbeid verrichtten. Arbeiders die nooit met kunst in aanraking kwamen, zich uit de naad werkten om rond te komen en dan iemand die naar hen kijkt om ze op het platte vlak te vereeuwigen. En dat deed jij denk ik omdat je de gewone man uit de tijd wilde lichten, maar dat hadden zij niet door of zij zaten er niet op te wachten. Of was het dat je -zoals je jouw broer als advies gaf- jouw verbond tussen jezelf de natuur wilde herstellen? Het buiten schilderen en schetsen van de mens werkend op -en daardoor verbonden met- het land, zorgt er mijnziens ook voor dat jíj je verbonden voelde met die natuur. Want tekenen en schilderen is langzaam kijken, langer kijken, jezelf vergeten en verplaatsen in het zichtbare buiten jezelf, het moment oprekken en meer zien.
In de vraag aan jouw broer Theo om zich bij jou te voegen als schilder gebruikte jij het woord ‘handwerklui’. Er spreekt een zekere bescheidenheid uit waar ik van houd.
Je noemt als inspiratie de school van Barbizon, de kunstenaarskolonie actief was in de periode 1830 tot 1870 . Als reactie op de romantiek schilderden zij realistisch in de vrije natuur zonder opsmuk. Niet het verheerlijken maar kijken naar wat er is.
Je schreef dat het in de stad niet deugt, dat je naar buiten moet en het tegenovergesteld moet worden van wat je bent; je vernieuwen in de natuur. Is het de herrie van de stad -met de vele stemmen- dat afleidt van waar het werkelijk om gaat? Brengt de natuur ons dichter bij een innerlijke stabiele stilte van waaruit essentiële en daardoor ook vernieuwende werken gemaakt kunnen worden?
Je had geen kunstacademie afgerond. Toch begon je aan het avontuur. Een onzekerheid die ik zelfs nu nog voel, terwijl ik in leeftijd jouw moeder had kunnen zijn, hoe moet dat voor jou geweest zijn? Als je jong bent is misschien alles wel helderder, en wellicht speelt het ‘man-zijn’ daarbij ook nog een rol. Met dat laatste ben ik overigens nooit zo bezig. Toch ben ik wel benieuwd hoe jouw verhaal zou zijn geweest als je een vrouw was.
Het van Goghhuis in Nieuw-Amsterdam
Het van Goghhuis in Nieuw-Amsterdam
De kamer van Vincent
Bezoeker in de ZOOkeeper studio