brief 8 aan Vincent van Gogh

10 juni 2023


Emmen, 10-06-2023,

Beste Vincent,

Na een week via een vliegtuigtijdmachine op een Grieks eiland geslingerd te zijn geweest, kom ik terug bij jou, in de stilte, en misschien ook juist wel bij mezelf. (Maar wat is dat ‘zelf’?) Het frappeert me dat jij steeds maar weer jouw broer Theo over probeert te halen zich bij jou te voegen en ook kunstenaar te worden. Zijn we als mens steeds bezig samen te vallen met een ander? Is het alleen zijn niet genoeg? Is Theo jouw anker, jouw kompas, het contact met jouw ‘innerlijke zelf’ zodat je in het alleen zijn niet eenzaam bent? Na een maand Drenthe (ik ben hier nu ook iets meer dan een maand), schreef je: “Ik spreek kalm, ik denk kalm nu (..) om de wereld uit te gaan en het te zoeken in een stiller leven met handwerk”. De wereld uit gaan is in deze tijd lastig. De komst van internet heeft ervoor gezorgd dat we voortdurend nieuwsprikkels krijgen van over heel de wereld, waar we ook zijn. Toch, nu hier, op dit moment is het heel stil. ‘Eerst is de stilte om je heen, en daarna in jezelf’ las ik eens in een klooster waar ik lang geleden in retraite was. Het kost wat moeite om de wereldruis af te pellen en die stilte er te laten zijn als bron voor nieuwe woorden, gedachten, werken. Door het kalme landschap en zijn worden de details zichtbaar, ogenschijnlijk onbelangrijke dingen belangrijk en andersom. De wereldruis wakkert de wil aan, en in de stilte mag je zijn. “….maar het is iets eigenaardigs van hier, telkens precies het zelfde en toch net variatie.” Schreef je op 13 oktober. “Ik heb een eenvoudig plan voor mijzelf, ik ga naar buiten en maak wat mij frappeert.” En ik volg je. Ik zie wat er veranderd is, jouw tijd en die van mij. Ik fietste naar Zweeloo waar jij het hervormde kerkje hebt getekend. Daar had ik afgesproken met de kerkrentmeester Gilbert Mulder. Zijn taak is het om op de kerk te passen. In deze tijd is het lastig om overeind te blijven als kerkelijke gemeenschap en stellen ze de kerk beschikbaar voor bijvoorbeeld een concert dat gisteravond plaats vond. Ik sprak even met de zanger die in het kader van jouw aanwezigheid 140 jaar geleden “Vincent’ van Don Mcclean zou gaan zingen. Jij tekende de buitenkant van de kerk met schapen en dacht aan het schilderij Léglise de Greville’ van Millet, en ik ging jouw getekende kerk (1250/1300 na C) binnen en bewonderde historische doopbekkens die terug gevonden waren ergens in de weilanden lang na de beeldenstorm. De eeuwenoude serene ruimte met sporen van de tijd, nu met microfoon, piano, een zanger met lieve liedjes en publiek op leeftijd. De kerkrentmeester houdt zelf meer van Rammstein bekende hij mij.
 

Léglise de Greville’ van Millet
Léglise de Greville’ van Millet

Soms wordt de stilte onderbroken door onverwachte bezoekjes, zoals een vrouw die me vertelde dat ze alles fotografeert van het voormalige dierenpark waar mijn atelier is. Ze heeft een plakboek vol dat ze me binnenkort komt laten zien. Met haar 65 jaar woont ze in een verzorgingshuis vanwege hartproblemen. Iedere middag maakt ze lange wandelingen, ook in het nieuwe dierenpark waar ze haar inmiddels wel kennen.  Selva, de van oorsprong met ouders gevluchte Argentijnse waarvan ik een portret heb geschilderd, werd herkent door een vrijwilligster van het Centrum beeldende Kunst dat naast mijn atelier gevestigd is. Zij vertelde over haar werk als onderwijzeres, over de verlegen vluchtelingen kinderen, die ze in haar klas had. Hoe mooi het was om ze tot bloei te zien komen in de loop van hun lagere schooltijd.
De openbare toilet hier in het park blijkt een plek van ontmoeting. De schoonmaker was druk in gesprek met dames van middelbare leeftijd. Al het wc-papier was op. Gejat. En weer anderen hadden eigen illegale halve rollen neergezet. Een gesprek over criminaliteit, hangjongeren, rondslingerende zwangerschapstesten, onderbroeken achter/in de wc en andere viezigheden. De schoonmaker poetst iedere ochtend op verschillende locaties, kijkt immer opgeruimd en is altijd in voor een praatje. Deze man verdient een portret.